Column | Hoogleraar Christopher Wickert Onderzoek moet zich richten op hoe bedrijven de samenleving beter kunnen maken, niet andersom

Christopher Wickert is hoogleraar Corporate Social Responsibility bij VU School of Business and Economics en directeur van het VU Business & Society Knowledge Hub. Hij is ook onderzoeksdirecteur van de afdeling Management & Organisatie aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Zijn onderzoek richt zich op maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) en duurzaamheid bij bedrijven, evenals de bredere relatie tussen bedrijven en de maatschappij door gebruik te maken van verschillende stromingen binnen de organisatie- en managementtheorie.

De wereld schreeuwt om herstel als het gaat om maatschappelijk verantwoord ondernemen. Maar hoe geven we hier gehoor aan? Al jarenlang proberen wetenschappers op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen sociale en milieuproblemen aan te pakken, terwijl initiatieven vanuit het bedrijfsleven om "goed te doen" talrijk zijn en overal om ons heen te vinden. Toch blijven we de planeet overbelasten, en de gevolgen daarvan worden wereldwijd steeds zichtbaarder. Ook sociale misstanden, zoals schendingen van de mensenrechten en structurele ongelijkheid, zijn diep geworteld in mondiale productieprocessen en ons consumptiepatroon. Hebben we - zowel wetenschappers als bedrijven - onze inspanningen om duurzamer te worden gebaseerd op het verkeerde paradigma? Hebben we de verkeerde vragen gesteld die hebben geleid tot ontoereikende antwoorden en oplossingen? Tijdens mijn oratie op 29 februari 2024 heb ik deze kwesties belicht en heb ik uiteengezet wat er moet veranderen in de manier waarop we denken over maatschappelijk verantwoord ondernemen in de hedendaagse samenleving.

Onderzoek naar maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) heeft de afgelopen decennia een transformatie ondergaan, van een embryonaal concept naar een mainstream onderwerp van belang. Wat hier echt van belang is, los van het feit dat maatschappelijk verantwoord ondernemennu een mainstream onderwerp is geworden in managementonderzoek, is de significante verandering in het begrip van MVO zelf. In essentie is in de afgelopen 15 jaar de dominante analysemodus in MVO-onderzoek verschoven van wat ik een "bedrijfsgerichte" modus noem naar een "samenlevingsgerichte" modus. Bij een bedrijfsgerichte modus luidt de primaire vraag die veel onderzoeksactiviteiten motiveert als volgt: Hoe kunnen we MVO uitvoeren zodat dit het grootst mogelijke voordeel oplevert voor een bedrijf? Dit wordt het best geïllustreerd door onderzoek naar het zakelijke argument voor MVO dat in de vroege dagen van MVO de wetenschappelijke agenda domineerde, en waarbij financiële prestatie de belangrijkste afhankelijke variabele van belang was.

Een samenlevingsgerichte modus daarentegen plaatst de samenleving op de eerste plaats en keert de vorige onderzoeksvraag om, en vraagt in plaats daarvan: Hoe kan de manier waarop een bedrijf zich bezighoudt met MVO het best helpen bij het oplossen van een bepaald maatschappelijk probleem? In deze modus zijn de maatschappelijke implicaties van MVO niet langer slechts een secundaire zorg en ondergeschikt aan het zakelijke argument. In plaats daarvan worden bredere vragen gesteld over de passende rol en locatie van bedrijven in de samenleving.

Bedrijfsgerichte analyses van MVO begonnen zo'n 25 jaar geleden toen het vroege MVO-onderzoek een belangrijke "strategische wending" doormaakte waarbij het zich verplaatste van een zijdelingse filantropische oefening naar een kernactiviteit van het bedrijf, met strategische relevantie voor bedrijven. Ongeveer 15 jaar geleden kreeg MVO-onderzoek een andere richting. Studies begonnen te kijken naar de politieke rol van bedrijven in de wereldwijde bestuurskloven, en ook naar hoe bedrijven zich verhouden tot de gemeenschap om hen heen.

Deze keerpunten zijn cruciaal geweest in de verschuiving van MVO-onderzoek van bedrijfsgericht naar samenlevingsgericht. Er zijn op dit moment echter drie aanvullende keerpunten die momenteel plaatsvinden en die in toekomstig onderzoek verder moeten worden uitgewerkt om maatschappelijke belangen te prioriteren bij het onderzoeken van MVO: de "regelgevende wending", de "systemische crisiskering", en de "afhankelijke variabele wending". Uiteindelijk moeten we van MVO-onderzoek een wetenschappelijke onderneming maken die gaat over de grote vragen die de moeite waard zijn om te stellen. In de 21e eeuw en gezien de enorme uitdagingen waarmee we worden geconfronteerd, is het niet de vraag hoe MVO het bedrijf ten goede kan komen, maar hoe het bedrijf de samenleving ten goede kan komen. Bedrijven moeten meer zorg dragen voor de negatieve gevolgen van hun bedrijfsvoering en die zoveel mogelijk beperken, terwijl ze de positieve effecten versterken. We moeten nog steeds goede antwoorden vinden op wat de rol van bedrijven is ten opzichte van 's werelds meest urgente maatschappelijke grootse uitdagingen zoals klimaatverandering en ongelijkheid, en wat die rol zou moeten zijn. Als de nieuwe leerstoelhouder Corporate Social Responsibility aan de Vrije Universiteit Amsterdam, zal ik mijn uiterste best doen om wetenschappers te inspireren om deel te nemen aan lopende en toekomstige debatten die de samenleving op de eerste plaats zetten bij het denken over maatschappelijk verantwoord ondernemen.

DEEL DEZE PAGINA