Je weg vinden in het vak van management consultant

Het idee is even simpel als doeltreffend: laat alumni als mentoren studenten begeleiden bij hun eerste stappen richting de arbeidsmarkt. Binnen de master Management Consulting aan de VU werpt deze aanpak zijn vruchten af met het Alumni Mentor Programma.

Alumni-Mentor Programma

Auteur: Michiel Elands

Nederland telt zo’n 200.000 consultants. Ze werken bij de Big Four (Deloitte, Ernst & Young, KPMG en PwC), bij kleinere advieskantoren, de overheid, het bedrijfsleven of juist als zelfstandige. Ze adviseren management en directie op tal van terreinen: het verbeteren van operationele processen, de begeleiding van het uitrollen van een nieuwe strategie, het ondersteunen van personeelsbeleid en met name de laatste decennia bij de inzet van informatie- en communicatietechnologie.

“Je bemerkt bij studenten onzekerheid over hun toekomstige plek in dat grote werkveld,” zegt universitair hoofddocent Onno Bouwmeester. Daarom introduceerde hij in 2018 het Alumni Mentor Programma op de Vrije Universiteit. Rose Atkinson werkt bij KPMG als senior consultant People & Change en is een van de tien mentoren van het Alumni Mentor Program van de master Management Consulting. Ze begeleidt tijdens het studiejaar twee studenten bij de eerste stappen van hun loopbaan. Atkinson heeft gezien dat een groot consultancybureau best intimiderend voelt voor een nieuwe lichting werknemers. “Het is dus goed om zelf de sfeer op de werkvloer te ervaren en te zien dat het plaatsen zijn waar heel veel jonge energieke mensen werken. Ik raad studenten aan: als je een baan interessant vindt, benader via Linkedin iemand met dezelfde baan en vraag hoe het in de praktijk is.”

Rijdende trein Bobbie van Arendonk is een van de mentees van Atkinson. De 25-jarige studente vindt het lastig om nu te kiezen wat ze na haar master Management Consulting gaat doen. “Stap ik op een rijdende trein bij een groot bureau om -laat ik ambitieus zijn- over tien jaar als senior manager met veel kennis te werken? Of ga ik juist voor een kleiner bureau en kies ik ervoor om mezelf wat meer te ontplooien?” Studenten die zich aanmelden worden gekoppeld aan een mentor. In een eerste bijeenkomst krijgen de deelnemers vooral het advies om te investeren in het contact met hun mentor. “In sommige gevallen is dat vrij intensief, maar het kunnen ook twee of drie contactmomenten in het studiejaar zijn,” weet Bouwmeester. “Voor het slagen van het programma maakt het in ieder geval een groot verschil hoe geëngageerd je als student bent.”

Op dit moment combineert Van Arendonk een plek als werkstudent bij Deloitte met het schrijven van haar scriptie. “Mijn mentor zie ik als een sparringpartner. We hebben samen gekeken wat een goede balans is tussen werkervaring opdoen en mijn studie afronden en ze heeft me ook echt voorbereid op het pittige sollicitatieproces met drie gesprekken en een case.” Atkinson zoekt voor studenten ook naar vacatures en denkt mee over welke loopbaan hem of haar past. “Management consultancy biedt zoveel mogelijkheden dat het zaak is om de route te kiezen waar je echt blij van wordt. Het mentorprogramma is voor mij persoonlijk een goede manier om contact te houden met de Vrije Universiteit en biedt een goede mogelijkheid om mijn eigen coachingsvaardigheden te ontwikkelen.”

“Je bemerkt bij studenten onzekerheid over hun toekomstige plek in het grote werkveld”

Reflectievaardigheden Als management consultant zijn vooral vaardigheden als analytisch denkvermogen en communicatievaardigheden gewild, zegt Bouwmeester. “Maar zeker ook reflectievaardigheden, zoals hoe ga je om met de klant en met het team waarbinnen je werkt. Het mentorprogramma geeft een inkijkje in die wereld en studenten kunnen hun mentor ook tijdens hun studie vragen om een ethisch dilemma te bespreken als onderdeel van het vak Ethiek.” Het mentorprogramma is vooralsnog voorbehouden aan studenten van de master Management Consulting. Volgens Bouwmeester is zo’n traject vooral geschikt voor praktijkgerichte studies, zoals architectuur of journalistiek. “Het helpt mij bij voorlichtingsdagen om studenten te verleiden tot de master, maar is ook meteen een mooie gelegenheid om met alumni in contact te blijven en ze makkelijker uit te kunnen nodigen als gastspreker.” Ongeveer een derde van de studenten schrijft zich in voor het mentorprogramma. Van Arendonk: “Gedurende het jaar hoor ik dat sommigen spijt hebben dat ze niet meedoen, omdat ze zien hoe waardevol het is.”

DEEL DEZE PAGINA