De rol van bedrijven in klimaatverandering en sociale ongelijkheid

Bedrijven roepen te pas en te onpas dat ze duurzaam zijn of willen worden. Ook Corporate Social Responsiblity (CSR) is een begrip dat bedrijven daarbij vaak in één adem noemen. Maar wat betekenen die termen precies? En omvatten ze niet veel meer dan het bedrijfsleven soms denkt? We vroegen het Christopher Wickert, Associate Professor of Ethics & Sustainability aan de VU, en alumna Skadi Mobius van Move to Impact.

Auteur: Aafke Jochems

Hoewel de termen Corporate Social Responsiblity (maatschappelijk verantwoord ondernemen) en duurzaamheid door elkaar gebruikt worden, betekenen ze niet precies hetzelfde. Ze overlappen elkaar wel grotendeels, stelt Christopher Wickert: “Het gaat bij beide om de vraag hoe bedrijven geld verdienen en niet om hoe ze geld besteden. Anders gezegd, in plaats van zich bezig te houden met liefdadigheid, moeten bedrijven hun kernprocessen herschikken en rekening houden met zowel de positieve als negatieve effecten die ze hebben op de samenleving en het milieu. Het gaat erom hoe bedrijven samen met belanghebbenden de urgentste problemen, zoals klimaatverandering en sociale ongelijkheden, kunnen aanpakken als onderdeel van hoe ze hun winst maken. Het gaat ook om het herkennen van spanningen, omdat profit, people en planet in veel gevallen niet op één lijn liggen.” Christopher onderzoekt onder meer wat de rol van bedrijven is bij de grootste uitdagingen waarmee de wereld nu te maken heeft. Die rol is er een die voortdurend in beweging is, zoals de recente klimaattop heeft aangetoond. Christopher: “Er zijn progressieve stemmen die hoognodige actie en grootschalige transformatie onderkennen om het klimaat te redden. Maar er zijn helaas ook stemmen die voortgang vertragen of zelfs het achteruit laten gaan. Een belangrijke breuklijn is die tussen op de markt gebaseerde en op regelgeving gebaseerde mechanismen, en tussen vrijwillige en verplichte maatregelen.” Duurzaamheid framen Toen hij zelf student was, maakte CSR nauwelijks onderdeel uit van het curriculum. Nu is het mainstream geworden. Onder leiding van Christopher onderzoeken studenten bijvoorbeeld hoe duurzaam grote internationale bedrijven zijn. Kernprocessen worden langs de meetlat gehouden hoe ecologisch, sociaal en ethisch ze zijn aan de hand van objectieve criteria. Grote bedrijven kunnen rekenen op communicatie-afdelingen die goed weten hoe ze duurzaamheid kunnen framen. Volop communiceren over de duurzame aspecten van het bedrijf, maar de minder duurzame verbloemen. Het mkb communiceert daar veel minder over, wat echter níet wil zeggen dat ze minder verantwoordelijkheid nemen, stelt Christopher. Vooral familiebedrijven voelen juist een verantwoordelijkheid om duurzaamheid in hun kernwaarden op te nemen. Van toezeggingen naar verantwoordelijkheid Dat duurzaamheid een hippe term is geworden, vindt Christopher goed en slecht nieuws tegelijk: “Het is goed nieuws dat zoveel mogelijk bedrijven duurzaamheid hoog op de agenda zetten. Het slechte nieuws is dat als iedereen dat doet, het een grotere uitdaging wordt om op te vallen en zo een concurrentievoordeel te behalen. Het is vaak voldoende om als maatschappelijk verantwoord te worden beschouwd, althans op korte termijn. In die zin is het een serieus probleem dat veel bedrijven niet doen wat ze uitdragen. In veel gevallen blijft duurzaamheid losgekoppeld van de kernactiviteiten.

"Bedrijven roepen vaak dat ze duurzaam zijn, omdat ze duurzame koffie schenken of recyclen."

Wat we vaak zien is dat bedrijven duurzaamheid wel toepassen, maar dan alleen het laaghangende fruit aanpakken en niet het hooghangende fruit, zoals CSR-kwesties waar geen directe businesscase voor is. Bedrijven moeten overstappen van toezeggingen naar verantwoordelijkheid. We moeten hun concrete output meten in termen van echte verbeteringen in belangrijke sociale en ecologische omstandigheden, in plaats van in relatieve emissiereducties.” Bedrijven en organisaties die écht inzicht willen krijgen in hun duurzaamheid, kunnen aankloppen bij verschillende bedrijven, waaronder Move to Impact, het impact consultancy bedrijf van alumni Skadi Mobius en Amber Kesselaer. Zij leerden elkaar kennen tijdens de VU masteropleiding Management Consulting. Met een datagedreven aanpak maken ze het voor bedrijven en organisaties inzichtelijk hoe duurzaam ze zijn en hoe ze vervolgens hun negatieve impact kunnen minimaliseren. Skadi en haar collega’s kijken naar de bestaande strategie van het bedrijf en verbinden die strategie met duurzame targets. Het gaat dan om de impact op drie vlakken: ecologisch, sociaal en financieel/economisch. Anders gezegd, wat neem je uit de aarde om winst te creëren, welke mensen zijn erbij betrokken en wat is de financiële, economische context? Met dashboards, tools, templates en checklist tonen ze de impactreis en laten ze bedrijven zien wat er allemaal op hun pad komt om duurzamer te worden. Technologische afval als eyeopener Skadi: “Bedrijven roepen vaak dat ze duurzaam zijn, omdat ze duurzame koffie schenken of recyclen. Of ze hebben een duurzaamheidsmanager aangesteld en denken: ‘die regelt het wel’. Maar zo werkt het niet. Duurzaam zijn omvat veel meer. Een eyeopener voor bedrijven is vaak hun technologische afval. Denk aan mineralen en metalen die uit de grond gehaald moeten worden. Of het energieverbruik van servers. Daar hebben ze niet bij stilgestaan.” Skadi benadrukt dat het essentieel is dat er commitment is vanuit de top. Duurzaamheid moet geïntegreerd worden in alle processen en gedragen worden door de medewerkers. Zo wordt een bedrijf niet alleen duurzaam maar voegt de duurzaamheid ook waarde aan het bedrijf toe. “Duurzaamheid moet echt ingebed worden in het hele bedrijf.” Reduceren is cruciaal Om een duurzame organisatie te worden hanteert Move to Impact vier stappen die bedrijven moeten zetten: informeren, meten, reduceren en compenseren. Reduceren is de stap die bedrijven geregeld overslaan; compenseren is makkelijker. Skadi: “Maar juist reduceren is cruciaal. 85% van de emissie in de wereld wordt veroorzaakt door het bedrijfsleven. Je moet als bedrijf echt nagaan wat je mogelijkheden zijn om te reduceren en ernaar handelen. Dat kost geld, maar je ontkomt er niet aan. We moeten af van het idee dat bedrijven alleen op hun winstgevendheid beoordeeld worden. Dat moet ook voor duurzaamheid gelden.” Vrijwillig zal dat niet gebeuren; wet- en regelgeving zijn noodzakelijk. Zo legt de Corporate Sustainability Reporting Directive van de Europese Unie grotere ondernemingen op transparanter te zijn over hun duurzaamheid. Skadi: “Bedrijven moeten er nu echt iets mee. Duurzaamheid is misschien een hype, maar hype of niet, de toekomst is hier en nu!”

DEEL DEZE PAGINA